Menu
Your Cart

stappenplan veilige schoolomgeving

Stappenplan veilige schoolomgeving

Tijdens het begin en het einde van de lessen is het rond een school vaak een chaos van kinderen, fietsen, ouders en auto’s. Hierdoor is de schoolomgeving vaak onoverzichtelijk en onveilig. Gemeenten, scholen en ouders wijzen naar elkaar als het gaat om verantwoordelijkheden. Dit terwijl juist door samenwerking de problemen kunnen worden opgelost. 

Rond verkeersveilige schoolomgevingen is al het nodige gezegd en geschreven. Deze brochure zal dan ook een overzicht bieden van de bestaande kennis en inzichten, voorzien van tips en verwijzingen naar nuttige instanties. Tevens bevat deze brochure aanvullende praktische inzichten, voortkomend uit werksessies die de provincie met groepen van gemeenten binnen Vlaams-Brabant heeft georganiseerd rond de verkeersveiligheid van schoolomgevingen. Met deze brochure wil de provincie Vlaams-Brabant alle partijen die willen werken aan verkeersveilige schoolomgevingen op weg helpen. Dit zijn over het algemeen gemeenten, scholen, ouders en politie. De brochure bestaat uit drie delen. 

In het eerste deel wordt beschreven wat nu eigenlijk wordt verstaan onder een veilige schoolomgeving.

Het tweede deel bevat een stappenplan voor de aanpak van een schoolomgeving. Hierin vindt u een toelichting van de verschillende stappen en werkzaamheden en worden voorbeelden van maatregelen genoemd op het vlak van informatie, sensibilisatie, educatie, vervoersorganisatie en infrastructuur. 

Het derde en laatste deel geeft een overzicht van relevante organisaties, links, materiaal etc. 4de editie (aangepast op 10-10-2011) 6 1 |  Visie op een veilige schoolomgeving Wat is eigenlijk een veilige schoolomgeving? 

Een veilige schoolomgeving is ingesteld op het verkeersgedrag van de meest kwetsbare verkeersdeelnemers in deze omgeving: de kinderen. Kinderen moeten het ontwerpuitgangspunt zijn en de infrastructuur moet zodanig zijn ingericht dat kinderen zich veilig en zelfstandig kunnen bewegen. Ook belangrijk is dat kinderen door theoretische en praktische verkeerslessen de verkeersregels leren. Ten slotte moet veel aandacht worden besteed aan de ouders: ook aan hen moet een veiliger verkeersgedrag worden aangeleerd door het opstellen van regels. 

De belangrijkste kenmerken van een veilige schoolomgeving zijn: 

 zone 30 schoolomgeving: op 1 september 2005 werd een maatregel van kracht waardoor alle schoolomgevingen in ons land zone 30 werden; 

 veilige oversteekvoorzieningen: zowel bij de schoolingang als op de schoolroutes. De oversteekplaatsen moeten een goed uitzicht hebben, goed verlicht zijn en de snelheid van het autoverkeer moet laag zijn. Eventueel kunnen gemachtigde opzichters worden ingezet; 

 veilige schoolroutes: de schoolroutes moeten zo zijn ingericht dat kinderen veilig en zelfstandig naar school kunnen gaan. Dit bijvoorbeeld door veilige oversteekvoorzieningen, maar ook door de aanleg van voet- en fietspaden; 

 inhaalverbod: ter hoogte van de schoolingang. Kinderen kunnen, zeker wanneer er een schoolbus staat, inhalende voertuigen niet goed zien. Beter nog is om inhalen ter hoogte van de schoolingang fysiek onmogelijk te maken; 

 voldoende parkeergelegenheid voor fietsen en auto’s. Fietsen moeten veilig en droog gestald kunnen worden. Foutief geparkeerde auto’s zijn niet wenselijk bij de schoolingang. Een parkeerplaats is dus aan te bevelen. Wel is het beter dat deze wat verder van de schoolingang is gelegen;  parkeerverbod: wanneer er op korte afstand van de school een parkeerplaats is gelegen, kan ter hoogte van de schoolingang een parkeerverbod worden ingesteld. Dit is een vrij drastische maatregel, die op gezette tijden door de politie moet worden gehandhaafd. Naast bovenstaande kenmerken, die op straat herkenbaar zijn, zijn er nog andere aspecten van invloed op een veilige schoolomgeving, zoals : 

 afspraken over halen en brengen: scholen kunnen regels opstellen voor het halen en brengen van kinderen, bijvoorbeeld over de verplaatsingswijze van kinderen bij een bepaalde afstand van huis tot school. Deze regels kunnen bij de inschrijving van nie 7 

 parkeerafspraken: aan de ouders moet worden gecommuniceerd hoe en waar zij wel of niet mogen parkeren. Belangrijk is om ook uit te leggen waarom dit zo is; 

 betrokkenheid van ouders: het is belangrijk ouders, zijnde de opvoeders van de kinderen en in veel gevallen de veroorzakers van de verkeersonveiligheid bij de schoolpoort, bij de oplossing van de problemen te betrekken. Door sensibilisatieacties moeten zij bewust worden gemaakt van hun gedrag; 

 structureel overleg tussen alle betrokkenen: samenwerking is de sleutel tot succes! Het verdient aanbeveling om een structureel overleg tot stand te brengen tussen ten minste gemeente, scholen, ouders en politie. In het volgende deel van deze brochure wordt beschreven hoe men stap voor stap kan komen tot een veilige schoolomgeving, die aan de meeste van deze kenmerken voldoet. 8 2 | Stappenplan Het stappenplan is een praktisch hulpmiddel, waarmee u zelfstandig aan de slag kunt gaan om de verkeersveiligheid in de schoolomgeving te verbeteren. 

Het plan volgt vier stappen: 

1. voorbereiding; 

2. inventarisatie; 

3. opmaak van een maatregelpakket; 

4. uitvoering en evaluatie. 

Dit stappenplan is een cyclische beweging: nadat u in stap 4 maatregelen hebt ingevoerd, begint u terug bij stap 2: inventarisatie. Zo komt u tot een continue verbetering van de verkeersveiligheid in en rond de scholen. 

1 | VOORBEREIDING 

 opstellen projectplan 

 verkrijgen betrokkenheid  samenstellen mobiliteitswerkgroep

2 | INVENTARISATIE 

 verplaatsingswijze 

 schoolroute 

3 | OPMAAK MAATREGELPAKKET 

 knelpunten 

 informatie 

 sensibilisatie 

 educatie 

 organisatie 

 infrastructuur 

4 | UITVOERING EN EVALUATIE 

 samenwerkingsovereenkomst 

 uitvoering 

 evaluatie 

 continuering 

9 stap 1 | Voorbereiding “Een goede voorbereiding is het halve werk”. 

Iemand moet de eerste stap zetten en het initiatief nemen om de verkeersveiligheid in de schoolomgeving te verbeteren. Dit kan de gemeente zijn, maar ook een school of ouders. Wanneer de betrokkenen het nodig vinden, kunnen zij beslissen het probleem aan te pakken en een project te beginnen. De voorbereiding van een project bestaat uit de volgende werkzaamheden: Het verkrijgen van betrokkenheid Het creëren van een veiliger schoolomgeving doe je samen. Daarom is draagvlak van alle betrokkenen (gemeente, politie, schooldirectie, leerkrachten, leerlingen, ouders, buurtbewoners) voor de plannen een voorwaarde voor het slagen van een project. Om alle betrokkenen op hun eigen verantwoordelijkheid te wijzen, een mentaliteitsverandering te stimuleren en begrip en draagvlak voor de plannen te verkrijgen, kunnen bijvoorbeeld informatiebijeenkomsten worden georganiseerd voor de verschillende betrokkenen. Daarnaast zijn artikels in de schoolkrant, het gemeenteblad of de lokale krant goede kanalen om de bevolking regelmatig te informeren over de stand van zaken en daarmee de betrokkenheid te behouden. Het opstellen van een projectplan Een projectplan is een leidraad voor de aanpak binnen het project. Het bevat onder meer het doel (wat wilt u bereiken?), de werkwijze (hoe gaat u dit doen?) uitgewerkt in stappen en deelstappen, betrokken partijen, taakverdeling, planning en kosten. Het opstellen van een projectplan kost enige tijd, maar door vooraf goed na te denken over het verloop van het gehele project zult u tijdens het project tijd en geld besparen. Ook zal de planning beter gehandhaafd kunnen worden. Het is belangrijk in deze fase geld en tijd op de begroting te reserveren voor de uitvoering van het project. Het samenstellen van een mobiliteitswerkgroep Het verdient aanbeveling om een werkgroep op te richten van mensen die zich bezighouden met het project. Twee weten altijd meer dan één en op deze wijze kunnen tevens de taken worden verdeeld. De initiatiefnemer van het project zoekt contact met andere partijen en richt samen met hen de werkgroep op. De werkgroep plant, implementeert en volgt de resultaten op van de verschillende fasen uit het projectplan. Een mobiliteitswerkgroep kan bestaan uit vertegenwoordigers namens de gemeente, de scholen, de politie, ouders, de Administratie Wegen en Verkeer (AWV) Vlaams-Brabant, De Lijn, externe deskundigen, ... 

10 stap 2 | Inventarisatie Wanneer de voorbereidingen zijn afgerond is het zaak de huidige situatie en de knelpunten te inventariseren. Tijdens de inventarisatiefase worden de benodigde gegevens verzameld en worden verkeersveiligheidsaspecten en -knelpunten in de schoolomgeving in kaart gebracht.

De volgende vragen moeten worden beantwoord: 

 Waar wonen de leerlingen?

 Met welk vervoermiddel komen zij doorgaans naar school?

 Welke route nemen zij van huis naar school? 

 Welke knelpunten of gevaarlijke situaties komen zij tegen in de schoolomgeving en op de route van huis naar school? Deze gegevens zijn vrij eenvoudig te achterhalen door middel van een klein onderzoek naar de verplaatsingswijze, de schoolroutes en de knelpunten. Dit onderzoek kan plaatsvinden in de klas. De leerkracht kan aan de leerlingen vragen hoe zij naar school komen. Door eenvoudige handopsteking kan hij de verplaatsingswijze tellen. Het beste is om daarbij onderscheid te maken in zomer en winter, aangezien de verplaatsingswijze kan verschillen naargelang de weersomstandigheden. De leerkracht noteert de gegevens in een tabel en de tabellen per klas kunnen worden opgeteld voor de hele school. 

Op deze wijze ontstaat een eenvoudig inzicht in de verplaatsingswijze van alle leerlingen. Een voorbeeld van een dergelijke tabel vindt u hieronder: Verplaatsingswijze Kleuterschool Basisschool Secundair onderwijs Aantal % Winter Zomer Winter Zomer Winter Zomer Winter Zomer Winter Zomer Carpoolen 

(1) Met de auto als passagier Met de auto als bestuurder Met de begeleide rij 

(2) Te voet Fietspoolen

(3) Met de fiets Met de bromfiets Met de schoolbus Met de Lijnbus Met de trein Totaal 

(1) Carpoolen is samenrijden met externen in de auto, kinderen meenemen die niet tot de familie behoren. 

(2) Begeleide rij: de leerkracht of een volwassene begeleidt een groep leerlingen een paar 100 m te voet op weg naar huis. Deze begeleiders hebben vaak het statuut van gemachtigd opzichter. 

(3) Fietspoolen is fietsen met een kleine, duidelijk herkenbare groep kinderen onder begeleiding van een volwassene. Vervolgens kunnen de kinderen op een grote kaart aangeven welke route zij nemen van huis naar school en omgekeerd. Tegelijkertijd kan aan hen worden gevraagd meteen ook de knelpunten die zij onderweg tegenkomen op de kaart aan te geven. Dit gaat over knelpunten in de directe schoolomgeving, op de schoolroutes, evenals in de vervoers- en parkeerorganisatie. Het is belangrijk om telkens de relatie te weten tussen de verplaatsingswijze van de leerlingen en de schoolroutes en knelpunten op die routes. Dit met name met het oogpunt op maatregelen: er moet geen voetpad worden aangelegd, daar waar een fietspad nodig is. Ook is het mogelijk een enquêteformulier aan de kinderen mee te geven dat zij thuis met hun ouders kunnen invullen. Indien u beslist de vragen in enquêtevorm aan de kinderen mee naar huis te geven, voeg dan een omgevingsplan van de school bij, waarop de knelpunten in de directe schoolomgeving en op de schoolroutes kunnen worden aangegeven. U kunt zelf enquêteformulieren maken, maar u kunt ook reeds bestaande voorbeelden gebruiken, zoals de voorbeeldvragenlijsten “Verkeersknelpunten in de directe schoolomgeving, in de ruimere schoolomgeving en in het vervoers- en parkeeraanbod van AWV als bijlage (zie ook kader “Schoolvervoerplannen” hieronder). 

De scholen voeren best de inventarisatie en het knelpuntenonderzoek uit. De gemeente zou de scholen hierbij kunnen begeleiden door:  de scholen een goede instructie te geven van de uit te voeren werkzaamheden. 

Dit kan zowel in een bijeenkomst als in een schriftelijke toelichting; 

 de benodigde enquêteformulieren ten behoeve van de inventarisatie en het knelpuntenonderzoek aan de scholen te verstrekken; 

 kaartjes ten behoeve van het knelpuntenonderzoek te verstrekken; 

 de ingevulde enquêteformulieren te verzamelen en te verwerken: zo kunnen er overzichten worden gemaakt van de verplaatsingswijzen en de knelpunten per school, waarmee een totaaloverzicht over alle scholen in de gemeente kan worden verkregen. 

SCHOOLVERVOERPLANNEN 

Een schoolvervoerplan is een totaalpakket van maatregelen met als doel andere vervoermiddelen dan de auto te promoten op weg van school naar huis. Het schoolvervoerplan is een middel om een meer duurzame en milieuvriendelijke verplaatsingswijze van leerlingen te stimuleren. Een schoolvervoerplan bestaat uit 3 stappen, voorafgegaan door een opstartfase: 

 stap 1: inventarisatie en knelpuntenonderzoek: onderzoek naar verplaatsingswijze van leerlingen en knelpunten die zij ervaren in de schoolomgeving en op de schoolroutes; 

 stap 2: acties zoeken en plannen: aan de hand van de knelpunten een maatregelpakket opmaken met acties op gebied van informatie, sensibilisatie, educatie, organisatie en infrastructuur;  

 stap 3: uitvoering en evaluatie: alle acties uitvoeren en het project evalueren. Bij de opmaak van schoolvervoerplannen worden eigenlijk dezelfde stappen gevolgd als in het stappenplan, zoals gepresenteerd in deze brochure. Het is aan te bevelen om, wanneer u wilt werken aan een veilige schoolomgeving, altijd een schoolvervoerplan op te stellen. Het opstellen van een schoolvervoerplan is een taak van de school, in samenwerking met andere partijen zoals de gemeente, de politie, De Lijn, AWV. Op deze wijze raakt de school (en de leerkrachten, ouders en leerlingen) meer betrokken bij het project en kunnen de taken worden verdeeld. Indien een gemeente een schoolomgeving langs een gewestweg wil aanleggen met behulp van module 10-subsidies (zie kader “Module 10”, pagina 16), dan is de opmaak van een schoolvervoerplan zelfs verplicht. Het initiatief tot de opmaak van een schoolvervoerplan kan bij de school liggen, maar ook kan de gemeente al haar scholen stimuleren om aan milieuvriendelijke en veilige verplaatswijzen te werken door de opmaak van een schoolvervoerplan. Hierbij is zelfs voor de hele gemeente een netoverschrijdende aanpak mogelijk, waarbij alle typen onderwijs zijn betrokken. Het hele proces van opstartfase tot en met het plannen van acties neemt ongeveer 5 maanden in beslag. Daarna moeten de acties uiteraard nog uitgevoerd en opgevolgd worden. Voor de opmaak van schoolvervoerplannen kunt u gebruikmaken van diverse bestaande voorbeelden van formulieren en enquêtes, bijvoorbeeld van Mobiel 21, Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV), Koepel Ouders Offi cieel Gesubsidieerd Onderwijs (KOOGO) en Administratie Wegen en Verkeer (AWV) Vlaams-Brabant van de Vlaamse Gemeenschap. U kunt eventueel een gespecialiseerd studiebureau inschakelen voor de begeleiding van de gemeente en de scholen bij de opmaak van schoolvervoerplannen, maar daar zijn uiteraard altijd kosten mee gemoeid. Wanneer de benodigde gegevens zijn verzameld, bestaat er inzicht in de problemen en de oorzaken van de problemen. 

De resultaten van deze inventarisatie vormen de basis voor de opmaak van het maatregelpakket. praktijkvoorBeeld In de stad Tienen is in 2002 een project gestart rond de netoverschrijdende opmaak van schoolvervoerplannen voor alle scholen binnen de stad. Onder aansturing van de stad en met de enthousiaste inzet van alle betrokkenen (stadsbestuur, politie, provincie, scholen, KOOGO) is uiteindelijk een uitgebreid maatregelpakket opgemaakt met maatregelen op alle vlakken (van informatie tot infrastructuur). 

Voor meer informatie kunt u terecht bij Martine Vancamp, preventiemedewerker stad Tienen, tel. 016-80 57 56. 13 

stap 3 | Opmaak maatregelpakket Nu de verkeersveiligheidsknelpunten in beeld zijn gebracht, kan worden gewerkt aan oplossingen en de opmaak van een maatregelpakket. Elke school is qua ligging, organisatie en afspraken uniek en er is dan ook geen standaardopmaak voor maatregelen te geven. Maatregelen kunnen zeer divers zijn. Ze kunnen zich richten op diverse doelgroepen en verschillende doelstellingen hebben. De te nemen maatregelen hangen af van de doelen die de mobiliteitswerkgroep wil bereiken. Het is belangrijk dat er uiteindelijk een breed maatregelpakket wordt opgemaakt, waarin alle betrokkenen een bijdrage moeten leveren. Per maatregel moet ook duidelijk worden afgesproken wie de maatregel uitvoert en op welke termijn. Dit kan worden vastgelegd in een actietabel. 

De verschillende mogelijke maatregelen worden doorgaans ingedeeld in 5 groepen: 

 informatie; 

 sensibilisatie; 

 educatie; 

 vervoersorganisatie; 

 infrastructuuraanpassingen. 

Van elke groep worden in volgende actietabel enkele voorbeelden van maatregelen gegeven: Deze actietabel is niet volledig, maar geeft slechts een indicatie van mogelijke maatregelen. De uiteindelijke keuze is afhankelijk van de plaatselijke problemen en mogelijkheden, van het beschikbare budget en van de hoeveelheid tijd die betrokkenen eraan kunnen besteden. Belangrijk is dat een samenhangend pakket van maatregelen wordt gekozen, dat zich op meer dan één groep van maatregelen en liefst op allemaal richt. 

Maatregel Termijn Uitvoerder Informatie Dienstregeling van bus of trein ter beschikking leggen in de school kort school, de lijn, nmbs Opstellen van een schoolbereikbaarheidsplan middellang school, gemeente Infopakket “Mobiliteit” samenstellen voor ouders en leerlingen middellang school, gemeente Infoavond rond mobiliteit organiseren voor ouders en leerlingen kort school, gemeente Sensibilisatie Autoluwe schooldag organiseren kort school Promotiecampagne voeren voor openbaar vervoer middellang school, de lijn, nmbs Actie voor milieuvriendelijke verplaatsingen opzetten middellang school Belonen en bestraffen van goed- en foutparkerende ouders door kinderen aan de schoolpoort kort school, politie Educatie Verkeers- en mobiliteitslessen geven op school middellang school, politie Behendigheidspiste en levend verkeerspark middellang school, politie, provincie Verkeerseducatieve route in schoolomgeving middellang school, gemeente, politie Fietsvaardigheidstraining op straat middellang school, politie Vervoersorganisatie Organiseren van voet-, fiets- en carpool kort school, ouders Instellen of verbeteren van schoolbusservice lang school Afspraken met leerkrachten en ouders maken over parkeren en eenrichtingsverkeer bij de schoolpoort middellang school, ouders, gemeente, buurtbewoners Inzetten van gemachtigde opzichters bij gevaarlijke punten middellang school, ouders, politie, provincie Infrastructuur 

Beveiligen oversteekvoorzieningen aan de schoolpoort of op schoolroutes lang gemeente Aanleg voet- en fietspaden lang gemeente, provincie, gewest Aanleg veilige afzetzone voor kinderen (kiss and ride) lang gemeente, school Inrichting zone 30 schoolomgeving verplicht sinds 1 september 2005 gemeente 

In de actietabel is te zien dat voor de meeste acties meerdere uitvoerders nodig zijn. Verder is te zien dat de school een belangrijke rol speelt bij acties op het gebied van informatie, sensibilisatie, educatie en organisatie. Infrastructuuraanpassingen komen vooral voor rekening van de gemeenten. ZONE 30 AAN SCHOLEN 

Op 1 september 2005 moest aan alle scholen een zone 30 ingevoerd zijn. De inrichtingsvereisten voor zones 30 werden versoepeld om dat haalbaar te maken. Het KB van 26 april 2004 verplicht het afbakenen van schoolomgevingen en het invoeren van de bijbehorende snelheidsbeperking van 30 km/uur in de schoolomgeving. Wanneer de school dicht bij een zone 30 ligt, kan de algemene zone 30 uitgebreid worden tot het hele verblijfsgebied rond de school. 

In dat geval bevindt de school zich gewoon binnen een zone 30. 

 Afbakening: het bepalen van de omvang van de schoolomgeving wordt aan de wegbeheerder overgelaten. De omvang moet wel geloofwaardig zijn. 

 Continu of variabel: de wegbeheerder kan kiezen voor een zone 30 in de schoolomgeving die continu geldt, of voor een variabele signalisatie. 

 Overgang: wanneer een school langs een weg ligt met een snelheidslimiet van 90 km/uur, wordt de snelheid in de praktijk stapsgewijs verlaagd, eerst naar 70 km/uur (bord C43), dan na 200 m naar 50 km/uur (bord C43), en uiteindelijk na 200 m naar de zonale zone 30 (bord F4a). Nieuwe inrichtingsvereisten De nieuwe inrichtingsvereisten voor het afbakenen van zones 30 zijn tot een minimum beperkt, zodat er geen obstakels meer zijn voor de wegbeheerders om systematisch de nodige gebieden af te bakenen. De wegbeheerder moet wel het evenwicht bewaken tussen de functie van de weg, de vormgeving ervan en het daadwerkelijke gebruik. De twee essentiële afbakeningsvoorwaarden zijn:

 het zone 30-statuut kan alleen voor verblijfsgebieden gebruikt worden; 

 de toegang tot de zone 30 moet duidelijk herkenbaar zijn of gemaakt worden. 

stap 4 | Uitvoering en evaluatie Na de opmaak van het maatregelpakket bent u toe aan de laatste stap uit het stappenplan: de uitvoering en evaluatie van de maatregelen. Een maatregelpakket alleen op papier is natuurlijk niet voldoende: men moet ook tot daden komen. Om dit slagvaardig te doen, verdienen enkele werkzaamheden uw aandacht: Samenwerkingsovereenkomst 

De betrokkenen leggen de gemaakte afspraken formeel vast in een samenwerkingsovereenkomst, die wordt ondertekend door de verantwoordelijke bestuurders. Deze overeenkomst geeft aan wie voor welke actie verantwoordelijk is en welke toezegging heeft gedaan. Hierdoor zijn de afspraken niet meer vrijblijvend, maar bindend, wat de uitvoering ten goede zal komen. Het is belangrijk om ouders, leerlingen, buurtbewoners op de hoogte te brengen van de samenwerkingsovereenkomst. De samenwerkingsovereenkomst kan een officiële tint worden gegeven door bij de ondertekening de lokale pers uit te nodigen. Uitvoering Bij de uitvoering is het belangrijk om het volledige maatregelpakket uit te voeren. 

Eventueel kan dit gefaseerd gebeuren. De werkgroep die tijdens de voorbereidingsfase is opgericht, blijft van kracht met als taak de uitvoering voor te bereiden, te begeleiden en te controleren. Per actie wordt een plan van aanpak opgesteld en worden de uitvoerders aangewezen. Financiering is bij de uitvoering zeer belangrijk. Tijdens de voorbereiding is er al een budget voor de maatregelen gereserveerd. Nu is het tijd om te kijken welke subsidiemogelijkheden er zijn, bijvoorbeeld financiering via de modules in het kader van de mobiliteitsconvenants. 

MODULE 10: SUBSIDIES VOOR HERINRICHTING VAN EEN SCHOOLBUURT AAN OF IN DE NABIJHEID VAN EEN GEWESTWEG 

Module 10 is een module, behorend bij het mobiliteitsconvenant tussen gemeenten en het Vlaamse Gewest. Module 10 regelt de subsidiëring van de herinrichting van schoolbuurten aan gewestwegen of op maximaal 200 meter van een gewestweg. Voorwaarde om een beroep te kunnen doen op deze subsidie is dat de gemeente beschikt over een goedgekeurd mobiliteitsplan. Om de module 10 subsidie te verkrijgen, moet een dossier worden opgesteld met verbintenissen van de gemeente, de school en het gewest. Het gewest draagt zorg voor de subsidiëring en neemt deel aan projectvergaderingen. Deze subsidie bedraagt 100% van de reële kostprijs op de gewestweg (inclusief onteigeningskosten, studiekosten en btw) en 50% op de lokale weg (inclusief studiekosten en btw). 

De school verbindt zich ertoe een schoolvervoerplan op te stellen met een korte- en langetermijnvisie en met concrete acties op het vlak van informatie, educatie, sensibilisatie en vervoersorganisatie  

De gemeente verbindt zich ertoe: 

 alle organisatorische en budgettaire maatregelen te nemen om het project op korte termijn te realiseren (financieringsplan = bindende overeenkomst als bijlage bij de module); 

 overlegvergaderingen te organiseren ten behoeve van het projectmanagement en de kwaliteitsbewaking van het dossier; 

 de startnota en projectnota op te stellen en beide nota’s toe te lichten voor de PAC; 

 het volledig ontwerp te (laten) maken in nauw overleg met ouders, scholieren en buurtbewoners, en de aanbesteding te verzorgen en op te volgen; 

 het dossier op te stellen en in te dienen met een verantwoording van het project, de schoolroutes, de verkeersproblemen, analyses van mogelijke oplossingen, prioritair te nemen maatregelen, het schoolvervoerplan en het ontwerp. Voor meer informatie omtrent module 10 of de aanvraag ervan kunt u contact nemen met de Administratie Wegen en Verkeer (AWV) Vlaams-Brabant van de Vlaamse Gemeenschap. Evaluatie Enige tijd na de uitvoering van de acties moeten de resultaten worden geregistreerd en gemeten. Daarbij moet de werkgroep onderzoeken of de doelen zijn gehaald, of alle maatregelen zijn uitgevoerd, of de verplaatsingswijze daadwerkelijk is veranderd en of het aantal verkeersknelpunten is afgenomen. Ook is het belangrijk het gevolgde proces te evalueren. Wanneer men de evaluatie grootschalig wil aanpakken en de mening van de leerlingen en hun ouders wil weten, dan kan hiervoor min of meer dezelfde vragenlijst worden gebruikt als in stap 2 (Inventarisatie) van het stappenplan. Ouders, leerlingen en buurtbewoners zullen nieuwsgierig zijn naar de resultaten van alle inspanningen. Het is daarom goed de resultaten bekend te maken op een informatieavond of in de lokale pers. Continuering Het verbeteren van de verkeersveiligheid en het veranderen van de mentaliteit en het verkeersgedrag van mensen vergt een continu proces. Het volstaat dus niet om eenmalig een project uit te voeren. Elk jaar zullen, bijvoorbeeld op basis van de resultaten uit de evaluatie, acties moeten worden herhaald of nieuwe acties worden gestart. Blijvende aandacht op scholen en in de lokale pers is dan ook aan te bevelen.  

3 | Tips Praktische tips In dit deel hebben we voor u enkele adressen en links naar websites van relevante organisaties op een rij gezet. Hier kunt u terecht voor meer informatie en ideeën over een veiliger schoolomgeving. 

A d r e s s e n 

Provincie Vlaams-Brabant Provincieplein 1 3010 

Leuven dienst mobiliteit 016-26 71 85 

Afdeling federale overheid, dienst maatschappelijke veiligheid 016-26 78 10

Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) Haachtsesteenweg 1405 1130 Brussel 02-244 15 11 

Koepel van Ouderverenigingen van het Officieel Gesubsidieerd Onderwijs (KOOGO) Nederpolder 2 9000 Gent 0473-27 34 18 

Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) Louizastraat 40 2800 Mechelen 015-44 65 50 

Administratie Wegen en Verkeer (AWV) Vlaams-Brabant Luchthavenlaan 4 1800 Vilvoorde 02-257 23 11 

De Fietsersbond Boomgaardstraat 22/57 2600 Berchem 03-231 92 95 

Verkeerspedagogisch Instituut Spinnerstraat 29 8800 Roeselare 051-21 04 17 

Infopunt Duurzaam Veilig Verkeer en CROW Postbus 37 6710 BA Ede Nederland 0031-318 695300 

Mobiel 21 vzw Vital Decosterstraat 67 A/0101 3000 Leuven 016-23 94 65 19 l i n k S 

Provincie Vlaams-Brabant AWV (Administratie Wegen en Verkeer) Belgisch verkeersreglement BIVV 

Vragenlijsten CHECKLIST 1 verkeerSknelpunten in de directe Schoolomgeving 

Deze checklist werd gebruikt door : 

 de werkgroep van ouders, leerkrachten en directie 

 de werkgroep van de leerlingen van _____________ (naam klas of groep) Ga als volgt te werk. 

Stap handeling 1 Beantwoord de vragen van deze checklist. 

2 Inventariseer de verkeersknelpunten aan de hand van de antwoorden van stap 1 

3 Duid de knelpunten aan op het omgevingsplan van de school. Beantwoord in de onderstaande checklist de vragen over de verkeersknelpunten voor de volgende weggebruikers: • voetgangers • fi etsers • autogebruikers • schoolbusgebruikers • bus- of tramgebruikers voetgangers 

Beantwoord de volgende vragen over de knelpunten voor voetgangers. • Voelt u zich als voetganger veilig in de directe schoolomgeving? • Wat is uw looproute? • Is het gevaarlijk om de straat over te steken in de directe schoolomgeving? • Zijn de trottoirs voldoende comfortabel en obstakelvrij? • Waarom en waar is het onveilig voor voetgangers? • Zijn de snelheden van het autoverkeer in de directe schoolomgeving aanvaardbaar? fietsers Beantwoord de volgende vragen over de knelpunten voor fi etsers. • Voelt u zich als fi etser veilig in de directe schoolomgeving? • Wat is uw fi etsroute? • Is het gevaarlijk om de straat over te steken in de directe schoolomgeving? • Zijn de fi etspaden voldoende comfortabel en obstakelvrij? • Waarom en waar is het onveilig voor fi etsers? • Zijn de snelheden van het autoverkeer in de directe schoolomgeving aanvaardbaar? 

werkgroep aanpak vragen Ga als volgt te werk. 

Beantwoord in de onderstaande checklist de vragen over de verkeersknelpunten voor de 21 autogebruikers Beantwoord de volgende vragen over de knelpunten voor autogebruikers en hun relatie met de zwakke weggebruikers. 

• Respecteert u de toegelaten snelheid en is de toegelaten snelheid voor het autoverkeer in de directe schoolomgeving aanvaardbaar? 

• Zijn er goede mogelijkheden om veilig te parkeren en te stationeren in de directe schoolomgeving? 

• Waarom en waar is het onveilig? 

Schoolbusgebruikers 

Beantwoord de volgende vragen over de knelpunten voor schoolbusgebruikers alleen als een schoolbus de school bedient. 

• Is de opstapplaats van de schoolbus optimaal gelegen ten opzichte van de toegangspoort tot de school? 

• Is de opstapplaats veilig bereikbaar? 

• Waarom en waar is het onveilig voor schoolbusgebruikers? lijnbus- of tramgebruikers Beantwoord de volgende vragen over de knelpunten voor lijnbus- of tramgebruikers alleen als zich een bus- of tramhalte in de nabijheid van de school bevindt, dat is binnen een straal van ongeveer 750 m van de schoolpoort. 

• Is de opstapplaats van de bus of tram optimaal gelegen ten opzichte van de toegangspoort tot de school? 

• Is de opstapplaats veilig bereikbaar? 

• Waarom en waar is het onveilig voor bus- of tramgebruikers? omgevingsplan 

• Vul het plan van de directe schoolomgeving aan met de volgende gegevens. 

• Situeer de opstapplaats voor de schoolbus op het plan van de directe schoolomgeving als er een schoolbus de school bedient. 

• Situeer de opstapplaats voor de bus of tram op het plan van de directe schoolomgeving als er een bus- of tramhalte is in de nabijheid van de school. • Geef de verkeersknelpunten aan die uit deze checklist naar voren zijn gekomen. omgevingsplan  

CHECKLIST 2 verkeerSknelpunten in de ruimere Schoolomgeving 

Deze checklist werd gebruikt door : 

 de werkgroep van ouders, leerkrachten en directie 

 de werkgroep van de leerlingen van _____________ (naam klas of groep) 

Ga als volgt te werk. Stap handeling 1 Beantwoord de vragen van deze 

checklist. 2 Inventariseer de verkeersknelpunten aan de hand van de antwoorden van stap 1 

3 Duid de knelpunten aan op het omgevingsplan van de school. 

Beantwoord in de onderstaande checklist de vragen over de verkeersknelpunten voor de volgende weggebruikers: • voetgangers • fi etsers • busgebruikers • treingebruikers voetgangers 

Beantwoord de volgende vragen over de knelpunten voor voetgangers. • Is de school te voet veilig en comfortabel te bereiken? • Zijn er gevaarlijke oversteekplaatsen op de route naar school? • Zijn de trottoirs voldoende breed en comfortabel (obstakelvrij)? • Is het traject voldoende verlicht? • Zijn er kortere routes wenselijk? fietsers 

Beantwoord de volgende vragen over de knelpunten voor fi etsers. • Is de school met de fi ets veilig en comfortabel te bereiken? • Zijn er gevaarlijke oversteekplaatsen op de route naar school? • Zijn de fi etspaden voldoende breed en comfortabel? • Is het traject voldoende verlicht? • Zijn er kortere routes wenselijk? werkgroep aanpak vragen Ga als volgt te werk. Beantwoord in de onderstaande checklist de vragen over de verkeersknelpunten voor de  lijnbusgebruikers 

Beantwoord de volgende vragen over de knelpunten voor lijnbusgebruikers. • Is de weg tussen de bushalte en de school voldoende veilig te bereiken voor lijnbusgebruikers? • Waarom en waar is het onveilig voor schoolbusgebruikers? • Is het traject voldoende verlicht? • Zijn er kortere routes wenselijk? treingebruikers Beantwoord de volgende vragen over de knelpunten voor treingebruikers. • Is de weg tussen het station en de school voldoende veilig te bereiken voor treingebruikers? • Waarom en waar is het onveilig voor treingebruikers? • Is het traject voldoende verlicht? • Zijn er kortere routes wenselijk? omgevingsplan • Vul het plan van de directe schoolomgeving aan met de volgende gegevens. • Situeer de opstapplaats voor de schoolbus op het plan van de directe schoolomgeving als er een schoolbus de school bedient. • Situeer de opstapplaats voor de bus of tram op het plan van 24 CHECKLIST 3 knelpunten in het vervoerS- en parkeeraanBod Ga als volgt te werk. • 

Beantwoord de vragen van deze checklist met ja of nee. • Geef telkens aan of het om een prioritair aspect gaat. De vragen hebben betrekking op de volgende categorieën van weggebruikers: • voetgangers • fi etsers • lijnbus- of tramgebruikers • schoolbusgebruikers • carpoolgebruikers • autogebruikers voetgangers Beantwoord de volgende vragen over de knelpunten voor voetgangers. In de onderstaande tabel wordt de term gemachtigd opzichter gebruikt voor een leerkracht of andere volwassene die de kinderen helpt bij het oversteken van de straat en die: • minstens 18 jaar oud is • een theoretische en praktische opleiding gevolgd heeft bij de gemeentepolitie • gemachtigd is door de burgemeester fietsers 

Beantwoord de volgende vragen over de knelpunten voor fi etsers. aanpak vragen De vragen hebben betrekking op de volgende categorieën van weggebruikers: vraag antwoord prioritair? 

Zijn er gemachtigde opzichters?  ja  nee 

Zijn er begeleide rijen?  ja  nee 

Wordt er aan fi etspooling gedaan?  ja  nee  

Zijn er voldoende fi etsstallingen?  ja  nee  

Zijn de fi etsstallingen overdekt?  ja  nee  

Bevinden de fi etsstallingen zich op een logische plaats ?  ja  nee 

Lijnbus- en tramgebruiker 

Beantwoord de volgende vragen over de knelpunten voor lijnbus- en tramgebruikers. Schoolbusgebruiker Beantwoord de volgende vragen over de knelpunten voor schoolbusgebruikers. 

 Geval 1: er is geen schoolbus 

Geval 2: er is een schoolbus 

Vraag Antwoord Prioritair?

Sluiten aankomst en vertrek van bus en tram aan op de schooluren ?  ja  nee  

Is er een mogelijkheid tot het stallen van de fiets nabij de halte?  ja  nee  

Zijn de fietsstallingen overdekt?  ja  nee  ja  nee 

Is er voldoende wachtcomfort (schuilhuisje, bank enz.)?  ja  nee  

Vraag Antwoord Prioritair? Is er behoefte aan een schoolbus?  ja  nee 

Is de route van de schoolbus efficiënt uitgestippeld ?  ja  nee

Is er voldoende promotie gevoerd voor het gebruik van de schoolbus?  ja  nee 

Is een abonnement voor de schoolbus goedkoop genoeg ?  ja  nee  

carpoolgebruikers Beantwoord de volgende vragen over de knelpunten voor carpoolgebruikers. autogebruikers 

Beantwoord de volgende vragen over de knelpunten voor autogebruikers. 

Ga na of er knelpunten in het vervoers- en parkeeraanbod zijn die niet expliciet in deze checklist aan bod zijn gekomen. vraag antwoord prioritair? Verloopt het stationeren ordelijk?  ja  nee 

Verloopt het parkeren ordelijk ?  ja  neee 

Bevinden de parkeerplaatsen zich op een logische plaats ?  ja  nee 

Zijn er voldoende parkeerplaatsen ?  ja  nee 

Ga na of er knelpunten in het vervoers- en parkeeraanbod zijn die niet expliciet in